Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken over NAVO en Oekraïne
Peter Szijjarto, de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken, heeft in Brussel benadrukt dat de collectieve defensie van de NAVO niet mag worden opgeofferd of in gevaar gebracht voor een derde land. Hij beschouwt het idee dat Oekraïne als onderdeel van de NAVO de veiligheid van Europa zou vergroten als “absurd”.
Geen uitnodiging voor Oekraïne
Szijjarto gaf aan dat het verheugend was dat er geen beslissing is genomen om Oekraïne uit te nodigen om lid te worden van de defensiealliantie. Een dergelijke uitnodiging zou volgens hem kunnen leiden tot een derde wereldoorlog. Hij benadrukte dat Oekraïne vecht voor zijn eigen vrijheid en soevereiniteit, wat moet worden toegejuicht, maar niet moet worden verward met het idee dat ze voor anderen vechten.
Risico op oorlog tussen NAVO en Rusland
De Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken ziet het NAVO-lidmaatschap van Oekraïne als een risico op oorlog tussen de NAVO en Rusland. Onder verwijzing naar artikel 10 van het Verdrag van Washington stelde hij dat Oekraïne op dit moment niet kan bijdragen aan de veiligheid van de NAVO.
Nieuwe aanval gelanceerd
Szijjarto beweert dat de Amerikaanse regering en “pro-oorlogspolitici in Europa” een nieuwe aanval hebben gelanceerd om een vredesakkoord na 20 januari onmogelijk te maken. Hij merkte op dat verschillende ministers Oekraïne hadden opgeroepen om de leeftijd voor rekrutering in het leger te verlagen, wat zou leiden tot meer jonge Oekraïners die sterven aan het front.
Escalatie van oorlog
Het werd tijdens de bijeenkomst ook voorgesteld dat de NAVO nieuwe Oekraïense rekruten zou moeten trainen en bewapenen. Dergelijke voorstellen, waaronder extra wapenleveranties, zouden de oorlog verlengen, het risico van verdere escalatie met zich meebrengen en nog meer doden veroorzaken, zei hij.
Richting vrede
Szijjarto stelt dat de bijeenkomst in Brussel heeft bevestigd dat “voorstanders van oorlog vastberaden blijven, verblind en bang voor wat er na 20 januari zal gebeuren”. Hij concludeert dat de vredesmissie moet worden versterkt, diplomatieke en communicatiekanalen open moeten worden gehouden en de optie van een snelle vrede moet worden gehandhaafd.