Datakabel tussen Finland en Zweden beschadigd; NAVO beveiligt Oostzee
Finland onderzoekt momenteel een dubbele breuk in een telecommunicatiekabel over land met Zweden, waarbij sabotage wordt vermoed. De Finse minister van Transport en Communicatie, Lulu Ranne, en de Zweedse minister van Civiele Defensie, Carl-Oskar Bohlin, hebben dit bevestigd.
Recente incidenten en verdachte activiteiten
Dit incident volgt kort na de breuk van twee telecomkabels in de Baltische Zee, die respectievelijk Zweden met Litouwen en Finland met Duitsland verbonden. Er is een verdacht Chinees schip, Yi Peng 3, dat volgens maritieme verkeersmonitoringssites over de kabels voer toen zij werden doorgesneden. De autoriteiten in Stockholm hebben het schip uitgenodigd om naar hun territoriale wateren te komen om bij het onderzoek te helpen.
Verhoogde NAVO-activiteit in de Oostzee
De NAVO heeft stappen ondernomen om de Oostzee te beveiligen in het licht van toenemende sabotage in het gebied. Onlangs begonnen 30 NAVO-schepen en 4.000 militairen met de ‘Freezing Winds’-oefeningen in de Oostzee, in een poging om de infrastructuur van de trans-Atlantische alliantie beter te beschermen in een regio die steeds kwetsbaarder wordt geacht voor aanvallen.
Volgens Arlo Abrahamson, woordvoerder van het Allied Maritime Command van de NAVO, “voert de NAVO haar patrouilles op en investeren bondgenoten in innovatieve technologieën die kunnen helpen om deze activa beter te beveiligen”.
Sabotagebeschuldigingen en verdere onderzoeken
Het Chinese schip Yi Peng 3 wordt ervan beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor het doorsnijden van twee onderzeese kabels in de Zweedse territoriale wateren. Hoewel sommige politici het schip van sabotage beschuldigen, heeft geen enkele autoriteit bewijs geleverd dat het opzettelijk was. China heeft aangegeven bereid te zijn om te helpen bij het onderzoek, terwijl Rusland elke betrokkenheid bij een incident in de Oostzee heeft ontkend.
Als blijkt dat een van de recente incidenten een daad van sabotage door een ander land was, zou dit een terugkeer betekenen naar een vorm van oorlogsvoering die in decennia niet meer is gezien.